Verslag

Rens van de Plas

Hemelse Herbestemming

CAST&co

Op donderdagmiddag 19 mei vond er bij Van de Ven Bouw & Ontwikkeling een bijeenkomst van CAST&co plaats. Het thema van deze bijeenkomst was de herbestemming van religieus erfgoed. Programmamaker Bas Horsten opent de bijeenkomst: “We zijn zeer vereerd dat we hier mogen zijn bij Van de Ven.” Horsten vertelt dat er 7000 gebedshuizen in Nederland zijn, waarvan er 1500 zijn herbestemd. Nog eens 1500 gebedshuizen staan op de planning om een nieuwe bestemming te krijgen.

De eerste spreker van deze CAST&Co-bijeenkomst is Joost Op ’t Hoog van de gemeentelijke monumentenzorg. Hij vertelt hoe de stad voor het religieus erfgoed zorgt. “We hebben veel religieus erfgoed in de stad. U kent de gebouwen allemaal, maar onder religieus erfgoed verstaan we ook grafmonumenten. Onlangs is één van onze graven een monument geworden, omdat dat dat het graf was van het eerste bekende lesbische koppel uit Tilburg,” vertelt Op ’t Hoog.

Voer voor voortdurende discussie

Op ’t Hoog vertelt dat er religieus erfgoed is in praktisch alle wijken. “De Sint-Theresiakerk is herbestemd tot woningen,” zegt Op ’t Hoog. Maar er is ook nog religieus vastgoed in gebruik. “Het klooster aan de Oude Dijk wonen nu nog zo’n 130 zusters. Dat maakt dit ook een gebouw waarbij er al over nieuwe functies nagedacht moet worden. Delen zijn ook al herbestemd voor zorg.”

Hij vertelt ook dat de kerk z’n stempel op de stad heeft gedrukt. “Het kerkelijke leven legdeeen enorm ruimtelijk beslag op Tilburg. Bij stadsuitbreidingen voor vijfduizend katholiekenhoorde een kerk, een pastorie, een peuterschool, jongens- en meisjesscholen, eenpatronaat, en ga zo maar door,” vertelt Op ’t Hoog. In één Tilburgse wijk staan ook al die gebouwen er nog, op gymzaal na staan alle gebouwen nog, maar wonder boven wonder is alleen het kerkgebouw zélf beschermd. 

Een ander voorbeeld dat Op ’t Hoog aanhaalt is De Schans, een wijkje dat door puur toeval overeind gebleven. “In de jaren zestig, toen Stokhasselt en Heikant gebouwd werden, was De Schans te duur om te slopen. Dus toen is er omheen gebouwd. Dat heeft geresulteerd ineen pareltje. Het is altijd weer een verrassing als je richting Tilburg-Noord gaat. Het is een geweldige plek, met veel rijksmonumenten.”

En zo zijn er onvoorstelbaar veel van dat soort gebieden en gebouwen in Tilburg geweest, die helaas niet allemaal herbestemd konden worden. “Toen de kerk aan de Noordhoekring platging, heb ik handenwringend van plezier staan kijken naar de sloopkogel, omdat het geweldig mooi was. Je had destijds zo onvoorstelbaar veel kerken, dat eentje minder niet veel meer uitmaakte,” zegt Op ’t Hoog. Maar mensen gingen ook nadenken: “Moeten we wel zo snel afscheid nemen van de gebouwen?” Inmiddels is het grootste deel van de kerken beschermd als rijksmonument.

De gemeente stimuleert het hergebruik, zegt Op ’t Hoog. De gemeente wil het gesprek op gang brengen en faciliteert de herbestemming. Hij noemt meer voorbeelden. “Koningsoord in Berkel-Enschot was een lastige, omdat het daar jarenlang heeft geduurd voor we daar een goede functie in konden krijgen. De gemeenteraad heet toen een groot bedrag uitgetrokken om herbestemming aan te jagen,” zegt hij. “In de kapel is een theater ondergebracht, die grenst aan een bibliotheek. Maar die twee functies zijn niet altijd met elkaar te rijmen, dus denk goed na over de functies.”

Kerken zijn daarom niet geschikt om op elke manier te herbestemmen. “In de Heikese kerk gaan we echt geen woningen maken. Daar zijn heus andere functies denkbaar, maar die kerk is niet geschikt voor een woningbouwprogramma. Dat ligt niet voor de hand,” zegt Op ’t Hoog. “Je moet vaak voorzichtig zijn met de invulling,” geeft hij de aanwezigen mee.“Kom dus op tijd met ons praten. Ontwikkel naar eer en geweten.”

Soms is monumentenzorg ook omstreden. “Mensen die in fabrieken voor een hongerloontjemoesten werken en onderdrukt werden, vragen zich af waarom die oude fabriekspanden behouden moeten worden. En het standbeeld van Peerke Donders in het Wilhelminapark predikt ongelijkheid,” zegt Op ’t Hoog. “Wat voor ons heel lang vanzelfsprekend is geweest,wordt nu met andere perspectieven bekeken. Monumenten zijn nog steeds een onderwerp van voortdurende discussie.”

De herbestemming van een Tilburgse parel

De volgende spreker is Bram van de Sanden, architect van Buro013. Zijn bureau heeft een studie gemaakt van de Vredeskerk aan de Ringbaan-West. “Wij zijn veel bezig met transformaties. Bij zo’n kerk zie ik mezelf niet als een architect die restaureert, maar als eentje die transformeert,” zegt Van de Sanden.

De aanleiding om met de Vredeskerk aan de slag te gaan, kreeg Van de Sanden uit de kerkgemeenschap. “Iemand uit de gemeenschap vertelde dat het gebouw leegstond en dat hij iets met eten en drinken of leisure in het gebouw wilde hebben. Toen hebben we samen bij de Rijksdienst subsidie aangevraagd om dat verhaal te kunnen visualiseren,” zegt Van de Sanden. Een ontwikkelaar heeft de kerk slim weten te verwerven, maar daarna is de kerk meermaals doorverkocht, waardoor er telkens een ander concept kwam. “Wij hebben moeten boksen om dat gebouw overeind te houden. Bij elke verkoop gaat het bedrag omhoog, en die kerk heeft maar een bepaalde rek,” zegt Van de Sanden.

Bij de Vredeskerk had Van de Sanden één van de plannen samen met zorgverlener Amarantuitgewerkt. “Maar de financiële sturing maakt dit soort transformaties best lastig,” zegt Van de Sanden. “Er moet een dagbestedingslocatie komen, er zouden ateliers komen en de middenbeuk zou een expositieruimte worden, maar we kwamen geld tekort. De functie kon niet verantwoorden wat het kerkbestuur wilde hebben, dus de stekker ging uit het project,” zegt hij.

Ondertussen is er een andere, definitieve functie voor in de plaats gekomen. “Exact honderdjaar na het leggen van de eerste steen werd het project opgeleverd. Dat was een heel bijzonder moment,” zegt Van de Sanden. In de Vredeskerk zijn inmiddels één- en tweepersoonsunits gerealiseerd waar mensen in kunnen wonen. Maar het belangrijkste as de centrale as. “Daarin is een collectieve ruimte gemaakt met zitjes, waar mensen ook plaats kunnen nemen,” vertelt hij. De parkeerplaatsen zijn naar de achterkant van het gebouw verplaatst. “De voorkant hebben we vrij gehouden en de tuin hebben we opnieuw ingericht.”

Van de Sanden trof aanvankelijk een hele donkere kerk aan. “De kerk had ooit dakramen, maar die zijn in de loop der tijd weggehaald. Een groot raam aan de voorzijde is dichtgemetseld,” zegt hij. Dat vormde een uitdaging. Ook het glas in lood was zinnenprikkelend. “Hoe moeten we daar nou mee omgaan? Ze laten bijna geen licht door, maar je wilt wel naar buiten kunnen kijken. Daar hebben we dus ook onderzoek naar gedaan, met het bijzondere resultaat dat het nu is geworden,” zegt Van de Sanden.

De kerkdeuren als grote uitdaging

Van de Sanden draagt het stokje over aan Thomas Bedaux van architectenbureau Bedaux de Brouwer. Hij studeerde af op het herbestemmen van kerken en ontwierp mede de Vredeskerk. “Wij hebben allemaal voorouders met een katholieke geschiedenis. We moeten daarom onze verantwoordelijkheid nemen om na te denken over wat ermee moet gebeuren. Die gebouwen zijn heel bijzonder,” zegt Bedaux.

Én ze kunnen goed samenhangen met nieuw vastgoed. “Neem het Cenakelklooster. De torens die naast dat klooster werden gebouwd, zorgden ervoor dat er financiële middelen beschikbaar kwamen waarmee het klooster gerestaureerd kon worden,” zegt Bedaux. Eén van zijn andere projecten is het deels afgebrande landgoed Haarendael in Haaren, waarvoor ook over een goede en eventueel moderne herbestemming moet worden nagedacht.

Ondanks het feit dat de Vredeskerk inmiddels een van Bedauxs stokpaardjes is, is dat niet altijd zo geweest. “Ik heb altijd gedacht dat-ie gesloopt mocht worden, maar je verandert je kijk met de tijd. Naar gebouwen die je tien jaar geleden zou slopen kijk je nu wel wat zuiniger,” zegt Bedaux. “Wij kregen de opdracht om deze kerk te transformeren. Na eenaantal transformaties hadden we al wat levenslessen geleerd,” zegt hij.

“Je komt er namelijk achter dat het bij alle transformaties de kunst is om het gebouw niet te veel aan te raken. Je moet niet aan het gebouw gaan zitten,” vertelt Bedaux. “De moeilijkheid van deze opgave was trouwens dat alles door de voordeur naar binnen moest komen. In kerk zijn twintig woningen gekomen, dus alle spullen daarvoor moesten door de kerkdeuren naar binnen toe,” grinnikt Bedaux. “Het zijn wel kleine woningen geworden, maar dat is de markt. We zijn op een slimme manier omgegaan met de kerk.”

Een ander project van Bedaux is de Sacramentskerk bij de Nieuwe Bosscheweg. “Op een gegeven moment is de spits van die kerk afgehaald. Het bisdom had graag gezien dat de kerk was platgegooid, maar de gemeente wilde de kerk graag behouden. Het uiteindelijke compromis was ongelukkig voor het bisdom, want de voorkant is blijven staan en de achterkant is gesloopt,” schetst Bedaux. De toren van de Sacramentskerk is nu één woning van zeven verdiepingen met een lift erin, en een woning aan weerszijden op de begane grond.

Bedaux rondt af met enkele vragen aan de aanwezigen: “Wat gaan we nu doen met al het religieus erfgoed? Hoe gaan we daarmee om? Moet je het platgooien en de grond geld op laten leveren, of juist niet? Iedereen vindt het mooi om het religieus erfgoed te laten staan, maar aan de andere kant is er altijd de rekening, die dat spannend maakt. Er is een soort spanningsveld waar we allemaal rekening mee moeten houden,” sluit Thomas Bedaux zijn presentatie af.

“Het herbestemmen van een kerk doe je niet omdat je daar rijk van gaat worden,” wil Joost Op ’t Hoog voorafgaand aan de borrel nog meegeven. “Sterker nog, men roept dat ieder herbestemmingsproject een gek nodig heeft die de kar trekt, ondanks alle tegenstand die hij op z’n pad zal tegenkomen. Je moet iemand hebben die er vol voor gaat en die een herbestemming voor elkaar kan krijgen,” zegt hij.