Een stad met ideeën
Nu het onderzoeksteam haar drie verbeeldingen
heeft gepresenteerd, is het aan het publiek om
daar stevig op te reageren. Een vrouw vertelt dat
er in het universiteitsgebied al veertig jaar
mensen wonen. “Wat jullie willen, dat voelt de
buurt helemaal niet. Daar zitten families al jaren-
lang. Er wordt al vrij veel bijgebouwd aan de rand
en de mensen voelen dat er plannen zijn waar zij
het helemaal niet mee eens zijn,” zegt de vrouw.
Een man vraagt zich af of de Westermarkt ook
wordt betrokken in de herinrichting van het
universiteitsgebied. Wat Ton van der Hagen
betreft wordt de Westermarkt wel meegenomen,
maar hebben ze zich in de oefening beperkt tot
het gebied grenzend aan de universiteit. Een
andere man raadt aan om het openbaar vervoer
met trolleybussen gratis te maken. “In Hasselt is
dat een enorm succes en een eyecatcher voor de
stad,” vertelt hij.
Een andere bezoeker raadt aan om een ander
soort plaatje te maken. “Het gaat niet over
hogere of gecondenseerde bouw. Je moet iets
nieuws verbeelden. Iets wat nu nog niet bestaat.
Ik wil jullie dus uitdagen nieuwe concepten te
verzinnen en voor verdichten een ander werk-
woord te verzinnen.” Dat nieuwe werkwoord zou
wel eens ‘verrijken’ kunnen zijn, aldus Floris van
der Zee.
Een medewerker van een woningcorporatie vond
de presentatie een heel inspirerend verhaal. “De
vraag is wel hoe we verdichting gaan inzetten om
ook bestaande buurten beter te maken,” zegt hij.
“Jeruzalem is een fantastisch voorbeeld. Daar zijn
drie tot vier keer zoveel woningen toegevoegd.
Dat heeft de wijk opgekrikt,” vertelt hij. “In Tilburg
liggen daar nog veel kansen, want veel plekken
hebben een impuls nodig.”
Tijdens de presentatie is een balletje opgegooid
dat er wellicht corporatiewoningen zouden
verdwijnen, in het voordeel van de verdichting.
“Als dat op tafel komt, worden mensen altijd
angstig. Ze zitten met duizend touwtjes aan zo’n
woning vast,” vertelt hij. “Aan de andere kant
weten we hoe we dat moeten aanpakken. In de
wijk rond de Groeseindstraat en de Hoefstraat
is veel gesloopt en veel nieuw neergezet. Veel
mensen van vroeger wonen daar nu weer, in
nieuwbouw.”
Ook wethouder Bas van der Pol is aanwezig om
op de ideeën te reageren. “Het is mooi dat we
een volle tribune hebben. Als je verder uitzoomt
wonen er in Tilburg, Breda en omliggende
gemeenten een miljoen mensen op veertig
vierkante kilometer. Dat brengt veel opgaven met
zich mee. We hebben ervoor gekozen om niet
in het buitengebied te bouwen, dus we moeten
zoeken naar wat het beste is voor de stad als die
optie niet voorhanden is.”
Een andere bezoeker vindt de plannen prikkelend.
“Ik zie heel veel campuslocaties waar groen een
verbindende factor is. De Ringbaan-Zuid zou ook
mooi zijn voor de Tilburg Ten Miles,” zegt hij. Deze
bezoeker vindt de meanderende kwaliteit van
de stad heel belangrijk. “De banen op de Ring-
baan-Zuid mogen nog wel smaller. Er hoeven niet
zoveel auto’s in de stad te zijn.”
Dat idee vindt weerklank bij andere aanwezigen.
“Ik denk wel dat het een tandje minder mag hoe
makkelijk en snel je ergens kunt komen. Als ik
meerdere afspraken heb in de binnenstad, dan ga
ik met de auto. Het wordt te veel gefaciliteerd,”
zegt hij. “Als je langer stilstaat met je auto,
worden mensen ook gestimuleerd om andere
vormen van vervoer te gebruiken.”
Maar is minder auto’s wel reëel? Een aanwezige
heeft gewerkt aan netwerkanalyse om daar een
antwoord op te geven. “Je komt hoe dan ook uit
bij een mobiliteitstransitie,” zegt ze. “Je moet
zoeken naar andere soorten van vervoer en
bijvoorbeeld transferia realiseren, maar ook de
nabijheid van voorzieningen is belangrijk. Er moet
een goede mix van verschillende functies zijn. Je
moet een koffietentje om de hoek hebben,” denkt
ze.
Toch gaan er ook tegenstemmen op. “Mensen in
de stad hebben een auto. Je kunt je auto niet
ergens kilometers verder gaan parkeren om je
spulletjes met een tasje mee te sjouwen. Die
verkeersmogelijkheden moeten behouden blijven.
Je moet mensen in de stad de gelegenheid geven
om bij hun eigen woning te komen,” zegt hij.