Verslag

Rens van de Plas

Verdichting als verrijking

Stadsgesprek

Donderdag 16 juni vond er in de Kennismakerij in de LocHal een stadsdebat plaats. Tijdens dit stadsdebat konden betrokken burgers, vakmensen uit de bouwsector en andere geïnteresseerden in gesprek over de verdichting van de stad. Het stadsgesprek werd georganiseerd in het kader van een onderzoek dat Ton van der Hagen en stedenbouwkundig ontwerp en adviesbureau BURA Urbanism in opdracht van CAST gedaan hebben. De interesse is groot, want de tribune zit zo goed als vol.

“Fijn dat jullie in grote getalen gekomen zijn,” zegt programmacoördinator van CAST Henriëtte Sanders aan het begin van de avond. “Tilburg gaat 25.000 extra woningen bouwen binnen de grenzen van de stad. Waar gaan we die ruimte vinden en wat betekent dat voor voorzieningen en het verkeer?,” vraagt Sanders zich af. “De verdichting gaat zeker wat betekenen voor de beleving van de stad, maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat de verdichting een verrijking zal zijn? Daar gaan we het vanavond over hebben,” zegt ze.

De avond wordt geopend met een rondje door het publiek. Wat vinden de bezoekers nou geslaagde plekken in de stad? Een man noemt de Willem II-straat en vindt dat die straat mooi is opgeknapt. Hij was er aanvankelijk kritisch over, maar vindt dat de straat mooi is opgeknapt en goed is aangekleed. Een andere man noemt de LocHal. Hij vindt dat een pareltje voor Nederland en roept op om zuinig met monumenten op te gaan. Ook het Sint Pieterspark en de vergroening aan de Beneluxlaan worden als voorbeelden beschouwd van goede stedenbouw of architectuur.

Het publiek wordt ook aan de vraag onder- worpen waar die 25.000 woningen zouden kunnen komen, en waar niet. Een man oppert dat de Ringbanen smaller moeten en dat zwaar verkeer de stad uit moet, wat kansen biedt voor woningbouw en voor vergroening. “Daar moet je serieus naar kijken,” zegt hij. Een andere bezoeker pleit ervoor niet in de groene longen van de stad te bouwen en vertelt dat een gebied langs de Ringbaan-West aanvankelijk bedoeld was als groene long, maar dat dat inmiddels ook al is dichtgebouwd. “Er is al zo weinig groen in Tilburg.”

Nieuwe woningen moeten er zeker niet komen in Tilburg-Noord, zet een bezoeker. Dat is juist de meest groene wijk van Tilburg. “Als je op heel veel kleine plekjes in die wijk gaat bijbouwen, doet dat het karakter van Tilburg-Noord geweld aan.” Een andere man vertelt dat hij bang is dat er in de binnenstad te veel hoogbouw komt. Op het Pieter Vreedeplein komt bijvoorbeeld nóg een toren, en volgens de man gaat dat voor veel extra wind zorgen. “In de binnenstad zitten we wel stilaan aan ons maximum,” zegt hij.

Een stad zonder concept

Na een kort rondje door het publiek vertellen Ton van der Hagen, Floris van der Zee en Basia van Rijt over het onderzoek dat ze samen met Matthijs Breunissen hebben uitgevoerd. “Ik ben tien jaar geleden meer onderzoek gaan doen,” zegt Ton van der Hagen. “In Tilburg raak je niet uitgestudeerd.” Floris van der Zee vertelt dat hij al heel vaak in Tilburg is geweest, maar dat dit de eerste keer is dat hij Tilburg op een professionele manier leert kennen. “Het is heel leuk om Tilburg op deze manier te leren kennen.”

Ton van der Hagen haalt een boekje aan: Tilburg, stad zonder concept. Hij vertelt dat er gedurende 150 jaar stadsontwikkeling nooit een stadsidee is geweest. “Er is zoveel ruimte geweest tussen de oorspronkelijke dorpen dat je de gaten moeite- loos kon blijven vullen,” vertelt Van der Hagen. Nu de verdichting een nieuwe fase in gaat, rijst de vraag of het niet eens tijd wordt voor zo’n stadsidee. “De vraag is ook wat voor woningen we gaan maken. Hoe groot mag een woning zijn?,” zegt Van der Hagen. “En als we aan woningen werken, hebben we ook andere voorzieningen nodig,” reageert Floris van der Zee. “Het is één puzzel.”

En we zijn er al aan gewend om te verdichten. De Piushaven, het Clarissenhof en het Regenboog- park zijn volgens Ton van der Hagen bij uitstek voorbeelden van een geslaagde verdichting. Maar voor de komende opgave is volgens Floris van der Zee wel een andere aanpak nodig. “Het moeten geen losse projecten zijn, maar er moet echt met elkaar aan de stad gebouwd worden. In het stationsgebied zie je dat wel gebeuren. Vroeger was je aan de achterkant van het station, nu ben je in Tilburg. Dát is werken aan de stad.”

Ton van der Hagen vertelt hoe ze hun onderzoek hebben uitgevoerd. “We zijn op een wolkje gaan zitten. Waar zien wij aaneengesloten zones die
in de stad verdichting toelaten en die ook iets voor de stad betekenen?” Ze onderzochten drie zones waarin je de verdichting kunt laten landen en waarmee je de binnenstad kunt ontzien van hoogbouw. “Een ring van woningen rond de stad,” vat Van der Hagen het samen.

Minder met de auto

Van der Hagen, Van der Zee en Van Rijt presenteren drie verbeeldingen en een idee waar de bezoekers over kunnen nadenken. “We hebben geen ontwerpen gemaakt, maar oefeningen om het gesprek aan te gaan,” zegt Van der Zee. Ze beginnen bij de Ringbaan-Zuid. Dat was ooit een Rijksweg tussen Tilburg en Breda, die op sommige plekken wel 90 meter breed is. “Hier zit veel ruimte,” vertelt Van der Hagen. “Je kunt een nieuw profiel maken met een groene loper. Van 90 meter breedte kun je dan naar 55 meter
breedte gaan, van gebouw tot gebouw. Daar win je ruimte mee.”

Met deze verbeelding hangt de vraag samen wat we als samenleving willen met onze
omgeving. “Willen we met onze auto’s op en neer blijven gaan, of kunnen naar een andere vorm van bewegen toe als er meer voorzieningen in de buurt zijn?,” vraagt Floris van der Zee zich af. “Verdichting en mobiliteit zijn heel erg samenhangend.” Als je van de Ringbaan-Zuid een prettige openbare ruimte wilt maken, dan moet het aantal auto’s daar wel omlaag. “En we moeten aan alternatieven werken.”

Door de snelheid terug te dringen, maak je de oversteekbaarheid van de Ringbaan-Zuid ook veel groter, volgens Van der Hagen. “Daardoor worden twee delen van de stad beter met elkaar verbonden, als een soort stadsrits.” Het zou interessant zijn om over een ander type straat na te denken. “De Ringbaan-Zuid kan een boulevard worden, waar voorzieningen kunnen komen. Daarom hebben we deze promenade gemaakt, waar ontmoeting kan plaatsvinden.”

Een andere oefening die het team heeft gemaakt betreft de universiteitsas. Een gebied dat loopt van het Spoorpark tot de universiteit, dat kansen biedt voor groen én dat groen ook kan doortrekken tot diep in de stad. “Als je hier kan verdichten, zou dat met een campusmodel kunnen. Wonen in het groen,” zegt Van der Hagen. “Dit gebied zou je heel goed kunnen benutten om studenten na hun studie voor de stad te behouden.”

Bij deze verbeelding heeft het onderzoeksteam naar balans gezocht. “Je kunt denken aan hoogbouw in het groen, een grote diversiteit aan woningen en een versterking tussen het groen binnen en buiten de stad. Een combinatie van werken, studeren en innovatie is voor dit gebied heel geschikt,” zegt Van der Hagen. Een parkeer- plaats die in de verbeelding is opgeofferd, is een logisch gevolg bij deze verbeelding. “Als je niet aan het groen wilt zitten, dan moet je aan de verharde plekken zitten.”

Van noord naar zuid

Een derde idee dat het team bedacht heeft is een lijn die door de stad van noord naar zuid loopt. Van dit idee is geen verbeelding gemaakt, maar het kan wel kansen bieden voor de verdichting. “We hebben gezocht naar een lijn waarin je de verschillende delen van Tilburg kunt ervaren. Met een lijn van noord naar zuid kun je bijvoorbeeld ook het Museumkwartier ondersteunen,” zegt Van der Hagen.

“Er zijn plekken die geschikt zijn voor verdichting, maar misschien willen we daar helemaal geen woningen bouwen, maar juist de Tilburgse identiteit kenmerken,” zegt Van der Zee. Op sommige plekken zou daarom bijvoorbeeld kunst kunnen komen in plaats van nieuwe woningen, juist om het karakter van Tilburg te stimuleren en niet onder te sneeuwen.

De laatste verbeelding betreft de Kanaalzone. “Wellicht liggen hier kansen met het behoud van vitale functies, om te kijken wat je ermee kunt,” zegt Van der Hagen. “Industrie hebben we nodig voor onze economie, maar er zitten veel bedrijven in de Kanaalzone die net zo goed ergens anders kunnen zitten. In de Kanaalzone kan bedrijvigheid dus goed worden gecombineerd met woning- bouw,” zegt Van der Zee. “Niet alle bedrijvigheid moet de stad uit, want dan moet iedereen ook weer de stad uit om te gaan werken.”

Wonen aan het water is volgens het team een waardevolle manier van wonen. En deze verbeelding maakt een openluchtzwembad ook denkbaar, volgens Van der Hagen. “Als je in het kanaal een zwembad maakt, geeft dat Tilburg de zwemplas waar ze al lang naar zoekt. Tilburg-Noord wordt dan ook een plek waar je naartoe gaat, in plaats van een plek waar je van wegblijft,” denkt hij.

“In de openbare ruimte zit potentieel om gezonder te gaan leven. De openbare ruimte is heel waardevol voor bewegen. Beweging langs een kanaal brengt ook lucht in de stad. Het is belangrijk dat we dat blijven voelen,” denkt Van der Zee. “Water kan op een nieuwe manier worden gebruikt. Misschien met een pendelboot naar de Piushaven. Nu is het veelal industriële vaart, maar dat kan wel eens recreatief gaan worden,” denkt Basia van Rijt.

Een stad met ideeën

Nu het onderzoeksteam haar drie verbeeldingen heeft gepresenteerd, is het aan het publiek om daar stevig op te reageren. Een vrouw vertelt dat er in het universiteitsgebied al veertig jaar mensen wonen. “Wat jullie willen, dat voelt de buurt helemaal niet. Daar zitten families al jaren- lang. Er wordt al vrij veel bijgebouwd aan de rand en de mensen voelen dat er plannen zijn waar zij het helemaal niet mee eens zijn,” zegt de vrouw.

Een man vraagt zich af of de Westermarkt ook wordt betrokken in de herinrichting van het universiteitsgebied. Wat Ton van der Hagen betreft wordt de Westermarkt wel meegenomen, maar hebben ze zich in de oefening beperkt tot het gebied grenzend aan de universiteit. Een andere man raadt aan om het openbaar vervoer met trolleybussen gratis te maken. “In Hasselt is dat een enorm succes en een eyecatcher voor de stad,” vertelt hij.

Een andere bezoeker raadt aan om een ander soort plaatje te maken. “Het gaat niet over hogere of gecondenseerde bouw. Je moet iets nieuws verbeelden. Iets wat nu nog niet bestaat. Ik wil jullie dus uitdagen nieuwe concepten te verzinnen en voor verdichten een ander werk- woord te verzinnen.” Dat nieuwe werkwoord zou wel eens ‘verrijken’ kunnen zijn, aldus Floris van der Zee.

Een medewerker van een woningcorporatie vond de presentatie een heel inspirerend verhaal. “De vraag is wel hoe we verdichting gaan inzetten om ook bestaande buurten beter te maken,” zegt hij. “Jeruzalem is een fantastisch voorbeeld. Daar zijn drie tot vier keer zoveel woningen toegevoegd. Dat heeft de wijk opgekrikt,” vertelt hij. “In Tilburg liggen daar nog veel kansen, want veel plekken hebben een impuls nodig.”

Tijdens de presentatie is een balletje opgegooid dat er wellicht corporatiewoningen zouden verdwijnen, in het voordeel van de verdichting. “Als dat op tafel komt, worden mensen altijd angstig. Ze zitten met duizend touwtjes aan zo’n woning vast,” vertelt hij. “Aan de andere kant weten we hoe we dat moeten aanpakken. In de wijk rond de Groeseindstraat en de Hoefstraat is veel gesloopt en veel nieuw neergezet. Veel mensen van vroeger wonen daar nu weer, in nieuwbouw.”

Ook wethouder Bas van der Pol is aanwezig om op de ideeën te reageren. “Het is mooi dat we een volle tribune hebben. Als je verder uitzoomt wonen er in Tilburg, Breda en omliggende gemeenten een miljoen mensen op veertig vierkante kilometer. Dat brengt veel opgaven met zich mee. We hebben ervoor gekozen om niet

in het buitengebied te bouwen, dus we moeten zoeken naar wat het beste is voor de stad als die optie niet voorhanden is.”

Een andere bezoeker vindt de plannen prikkelend. “Ik zie heel veel campuslocaties waar groen een verbindende factor is. De Ringbaan-Zuid zou ook mooi zijn voor de Tilburg Ten Miles,” zegt hij. Deze bezoeker vindt de meanderende kwaliteit van

de stad heel belangrijk. “De banen op de Ring- baan-Zuid mogen nog wel smaller. Er hoeven niet zoveel auto’s in de stad te zijn.”

Dat idee vindt weerklank bij andere aanwezigen. “Ik denk wel dat het een tandje minder mag hoe makkelijk en snel je ergens kunt komen. Als ik meerdere afspraken heb in de binnenstad, dan ga ik met de auto. Het wordt te veel gefaciliteerd,” zegt hij. “Als je langer stilstaat met je auto, worden mensen ook gestimuleerd om andere vormen van vervoer te gebruiken.”

Maar is minder auto’s wel reëel? Een aanwezige heeft gewerkt aan netwerkanalyse om daar een antwoord op te geven. “Je komt hoe dan ook uit bij een mobiliteitstransitie,” zegt ze. “Je moet zoeken naar andere soorten van vervoer en bijvoorbeeld transferia realiseren, maar ook de nabijheid van voorzieningen is belangrijk. Er moet een goede mix van verschillende functies zijn. Je moet een koffietentje om de hoek hebben,” denkt ze.

Toch gaan er ook tegenstemmen op. “Mensen in de stad hebben een auto. Je kunt je auto niet ergens kilometers verder gaan parkeren om je spulletjes met een tasje mee te sjouwen. Die verkeersmogelijkheden moeten behouden blijven. Je moet mensen in de stad de gelegenheid geven om bij hun eigen woning te komen,” zegt hij.

Wat het team geleerd heeft

Het team heeft veel van dit onderzoek geleerd. “Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met nadenken over de verdichting,” zegt Ton van der Hagen. “Tilburgers moeten zich zo open mogelijk uitspreken in een zo vroeg mogelijk stadium. Ik wil CAST en de gemeente aanraden dat vooral te organiseren. Wij waren bij het burgerpanel verbaasd door het enthousiasme en de kundigheid van burgers. Betrek burgers bij die stad, want die kennen de stad heel goed.”

Floris van der Zee heeft vooral geleerd dat de toekomst van Tilburg Tilburgs moet zijn. “Je kunt geen verdichtingsslag maken zonder mensen die in Tilburg wonen of die er willen wonen. Daarom moet je iedereen betrekken die daar ideeën bij heeft,” zegt Van der Zee. Zijn collega Basia van Rijt denkt dat er nog heel veel vragen zijn gesteld waar geen antwoord op is. “Vanuit ons onderzoek zou je nog heel veel nieuwe vraagstukken kunnen onderzoeken.”

Programmacoördinator van CAST Henriëtte Sanders sluit het stadsdebat af. “Bedankt voor jullie werk,” zegt ze tegen het onderzoeksteam. “Uiteindelijk was jullie onderzoeksperiode hartstikke kort, maar er is toch veel diepgang
in het plan gekomen. Dat geeft aanleiding voor verder onderzoek. We gaan het komende jaar ook zeker plannen agenderen waarin we dit soort zaken naar de oppervlakte zullen brengen.”