Verslag

Rens van de Plas

De toekomst van overdekte winkelcentra

Nieuwe Verbindingen | regiogesprek

Een winkelpand in het winkelcentrum van Etten-Leur was het decor van een nieuw Regiogesprek Nieuwe Verbindingen van CAST en BLASt. Op 21 februari kwamen enkele tientallen burgers, bouwers, bestuurders, ambtenaren én lokale ondernemers op de opening van de expositie in het Etten-Leurse winkelhart af om het over de toekomst van overdekte winkelcentra in de Stedelijke Regio Breda-Tilburg (SRBT) te hebben, juist door ook een blik op de geschiedenis te werpen.

De Etten-Leurse wethouder Ger de Weert is buitengewoon trots op dit winkelcentrum. ‘Dit is een belangrijke plek voor de inwoners van Etten-Leur en de regio’, zegt hij. ‘Om die functie te behouden moet continu ingespeeld worden op de veranderingen en nieuwe wensen van de consument. De eigenaar van het winkelcentrum investeert in dit centrum en wij kijken samen met hen naar het toevoegen van woningbouw. Dat wil de gemeenteraad ook graag.’

‘Mijn vader heeft hier best een tijdje aan de overkant gewoond, in het bovenste appartement’, zegt zijn collega-wethouder Jean-Pierre Schouw. ‘Hij kon over het dak uitkijken. Dat waren vroeger enorm veel vierkante meters aan zwart dak: je kon er in de zomer een ei op bakken. Daar kijken we nu anders naar’, zegt Schouw. ‘We hebben meegedaan aan de prijsvraag van Europan en daar kwamen interessante ideeën uit als het gaat om wonen en mobiliteit. Het is soms schipperen met de ruimte die we hebben. Door samen te werken in de Stedelijke Regio hebben we gewicht in de schaal te leggen richting het Rijk en de provincie.’

De Stedelijke Regio nodigt ook uit om van elkaar te leren, denkt de Bredase stedenbouwkundige Peter van Schie. Als het om winkelcentra gaat is Etten-Leur een lichtend voorbeeld. ‘Er zit kracht in dit winkelcentrum, vooral omdat ze het bij de tijd hebben weten te houden. In steden van vergelijkbare grootte, zoals Oosterhout en Waalwijk, zijn de winkelcentra veel kwetsbaarder gebleken. Die drie steden hebben een vergelijkbare zoektocht: wat is de toekomstwaarde? Hoe kunnen we ons op de komende tien jaar voorbereiden als we anders boodschappen gaan doen?’

Zelfverklaard ‘karduwer’ van de SRBT Van Schie denkt dat de circulaire economie de komende jaren meer plek gaat innemen in de winkelcentra die Brabant rijk is. ‘We zullen steeds minder fast fashion zien en steeds vaker onze telefoon of onze schoenen laten repareren. De ambachten van vroeger zullen voor een deel weer terugkeren in de winkelstraten. Daar bereiden deze drie steden zich ook op voor. Uiteindelijk gaat het om leefbaarheid en om de vraag hoe we onze kernen leefbaar houden.’

Naar Amerikaans voorbeeld

Het winkelcentrum van Etten-Leur heeft de eer het predicaat ‘eerste overdekte winkelcentrum van Nederland’ te mogen dragen. Maar hoe zijn winkelcentra in ons land eigenlijk ontstaan? Daar vertelt architectuurhistoricus Leon Sebregts over. ‘Etten-Leur werd vroeger doorkliefd door de N58, die wij de ‘stoplichtenweg’ noemden. Ik herinner me vooral dat wij vanuit mijn geboorteplaats Roosendaal vaak naar de Superconfex gingen, een soort Primark van toen.’ Uit de zaal klinken klanken van herkenning. ‘Van het winkelcentrum zelf herinner ik me niks’, moet hij toegeven.

Na de Tweede Wereldoorlog waren er twee belangrijke redenen waarom winkelcentra ineens als paddenstoelen uit de grond schoten. De eerste was een puur binnenlandse reden: in de oorlog moeten er na het bombardement op in Rotterdam noodwinkelcomplexen uit de grond worden gestampt. ‘Dat uit nood geboren concept is begin jaren 50 een blauwdruk geworden voor de Lijnbaan, een ontwerp van architectenbureau Van den Broek en Bakema. Dat werd een wandelgebied met bevoorrading aan de achterzijde. Heel functioneel: het winkelend publiek werd niet meer overhoop gereden door allerlei karren.’

De tweede reden voor het ontstaan van winkelcentra in onze regio: de voorbeelden in Amerika. ‘Amerika liep qua suburbaan wonen voor op Europa. Het autogebruik was daar veel groter en daar hadden grote winkelcentra vaak al een bioscoop, theater of bowlingbaan in de buurt, bedoeld om zoveel mogelijk mensen te trekken. Toen in Nederland de welvaart en het autobezit toenamen en mensen luxegoederen konden kopen, kopieerden wij het concept van een winkelcentrum buiten de binnenstad. In Rijswijk werd een van de eerste winkelcentra geheel naar Amerikaans voorbeeld gerealiseerd: dat winkelcentrum werd naar burgemeester Bogaardt genoemd, die zelf naar Amerika op reis was geweest om zich te laten inspireren.’

Klooster in Hoog Catharijne

Het kenmerk van de eerste winkelcentra in Nederland zat ’m niet per se in de architectuur van vaak lange winkelpuien met veel glas, maar vooral in iets anders: enorme parkeerplaatsen. In Etten-Leur waren er op een gegeven moment 700 plekken, allemaal op maaiveld. ‘No parking, no business’, was de kreet die vanuit Amerika was komen overwaaien. ‘Later kwamen ook in Nederland functies als bioscopen en theaters in de buurt van winkelcentra te zitten.’

In Etten-Leur bleef de komst van andere functies dan winkelen lange tijd uit in het winkelcentrum. Maar dat betekent niet dat het winkelcentrum geen sociale functie had: het was namelijk wel degelijk een ontmoetingsplek, schetst Sebregts aan de hand van een hele reeks archieffoto’s. ‘De Zonnebloem had er uitjes, er waren modeshows, er was kindervakantiewerk, volksdans, rommelmarkten.’ Op één foto zien we een voetbalgoal staan waar penalty’s werden geschoten, op een andere foto treedt Koos Alberts op. ‘En op deze foto vloert een van uw voorgangers de beroemde judoka Wim Ruska’, zegt Sebregts tegen de twee wethouders op de voorste rij.

De vraag is of er, naast winkelen en recreatie, überhaupt andere functies denkbaar zijn in een winkelcentrum. Winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht bewijst van wel. ‘Weinig mensen weten dat er in Hoog Catharijne een klooster met kapel zat. De Zusters van de Eucharistie konden als enige weerstand bieden aan het grote geld van de ontwikkelaars. Zij hebben voet bij stuk gehouden, vandaar dat er een klooster in het winkelcentrum zat. Nu is daar nog een stiltecentrum met kapel van over.’

Het winkelcentrum heeft zich als gebouwtypologie losgeweekt van de traditionele monumentenzorg, weet Sebregts. ‘Er is niemand die het in zijn hoofd haalt om een winkelcentrum tot monument te verklaren, op de Lijnbaan na. Een paar type winkelcentra is goed met z’n tijd meegegaan, Etten-Leur is er daar een van. Het is zorgvuldig opgenomen in het stedelijk weefsel. In Rijswijk is onlangs een parkeerplaats vervangen door een groen park met speel- en sportvoorzieningen. Het winkelcentrum van Leidschendam, inmiddels Mall of The Netherlands geheten, is een voorbeeld van een winkelcentrum waar zoveel verschillende functies huizen, dat je er bijna een hele dag kunt verblijven’, besluit hij.

Ondergronds parkeren

Stedenbouwkundige Peter de Leeuw van de gemeente Etten-Leur zoomt in op de situatie in de stad. Hoe is dit specifieke winkelcentrum de afgelopen jaren veranderd? ‘Etten-Leur zou nooit Etten-Leur geweest zijn als die rijksweg er niet was gekomen.’ De A58, de stoplichtenweg zoals Sebregts die eerder noemde, had grote invloed op de keuzes die het gemeentebestuur na 1950 maakte. ‘Het was de scheur van Etten-Leur, maar het gaf een enorme economische impuls. Zonder die weg hadden we ook nooit zo’n groot bedrijventerrein gehad.’

Het winkelcentrum dat in 1965 werd geopend, lag haast solitair in het landschap. ‘Voor uitbreidingen later, en voor nieuwe parkeerplaatsen, hoefde niks gesloopt te worden. De ruimte lag er gewoon.’ Op een gegeven moment werd de rijksweg toch opgeofferd en werd de toegang tot de stad verlegd. Op foto’s van vroeger is al te zien dat winkels uit het winkelcentrum ineens hun buitengevels openen, inspelend op het feit dat de weg gaat verdwijnen.

Toen het winkelcentrum moest uitbreiden, verdwenen ook de parkeerplaatsen op maaiveld. ‘We hebben gekozen om onder de voormalige rijksweg een parkeergarage met 1000 plekken te maken. Als je boven komt, weet je meteen waar in het winkelcentrum je bent’, zegt De Leeuw.

Binnentuin naar buiten

Hoe pak je dat eigenlijk aan, een bestaand winkelcentrum uitbreiden met nieuwe bebouwing? Architectenbureau Chapman Taylor was destijds verantwoordelijk voor het ontwerp. ‘Het bureau wilde looproutes laten ontstaan en het oude en nieuwe gebied op een logische manier aan elkaar knopen. Ik denk dat dat best aardig geslaagd is.’ En ondernemers denken ook mee, zegt De Leeuw. De HEMA wilde bijvoorbeeld zijn zaak vernieuwen en wilde ook woningbouw boven de zaak mogelijk maken. Dat is vervolgens ook gebeurd.’

Het grootste nadeel is dat er nog te weinig groen in het winkelcentrum zichtbaar is, terwijl het in de buurt wél gewoon voorhanden is: de bewoners van de appartementen boven het winkelcentrum wonen praktisch allemaal rondom een groene binnentuin. ‘Als je daar op een gewone vrijdagmiddag staat, ervaar je de rust, maar als bezoeker van het winkelcentrum zie je het groen helemaal niet. Dat biedt kansen. Eigenaar Unifore wil de vernieuwingsslag graag met ons maken.’ De Leeuw is uiteindelijk blij dat er in de buurt van het winkelcentrum ook woningbouw gekomen is. ‘Die zorgt voor levendigheid, ook als de winkels dicht zijn.’

De tentoonstelling Nieuwe Verbindingen is nog tot en met 17 maart 2025 te zien in Etten-Leur. Daarna reist de tentoonstelling verder naar Breda.