Rens van de Plas
Aan de hand van een door de provincie reizende tentoonstelling en verschillende Regiogesprekken is het de bedoeling dat professionals en inwoners samen meer kansen met elkaar verbinden. De expositie geeft historische context en informatie over verschillende gebieden in de regio, zoals overdekte winkelcentra en industriegebieden, en de kansen die er zijn om daar nieuw leven in te blazen. Iedereen die de expositie bezoekt kan er zijn eigen suggesties voor de regio achterlaten.
De Tilburgse wethouder stedelijke ontwikkeling Bas van de Pol opent de expositie. ‘Regionale samenwerkingsverbanden zijn een gek gegeven, maar wel heel krachtig. De SRBT bestaat uit 19 gemeenten die natuurlijk met elkaar verbonden zijn: mensen maken daar op een natuurlijke manier gebruik van, om te winkelen, te sporten, noem het maar op. Dat lijkt me de beste basis om een regio te willen zijn.’
Die samenwerking werpt ook al vruchten af, denkt de wethouder. De A58, die tussen Tilburg en Breda loopt, had namelijk verbreed moet worden. Wegens de stikstofdiscussie en de waarde van het Ulvenhoutse Bos, blijft dat project voorlopig op de plank liggen. ‘Daar was wel geld voor gereserveerd, maar dat steken we nu in andere slimme dingen: snellere fietsroutes of betere investeringen in hoogwaardig OV.’ Het is een voorbeeld van hoe je beter tactisch kunt nadenken als een plan strandt.
De naoorlogse wijk in transitie
Maar de SRBT is veel meer dan een bestuurlijke samenwerking alleen, willen stedenbouwkundigen Marco Visser van Tilburg en Peter van Schie van Breda maar aangeven. ‘Wij noemen onszelf het ontwerpteam. We zetten verbeeldingskracht tegenover die bestuurlijke kracht. Wij zijn met z’n tweeën, maar afhankelijk van de opgaven sluiten ook andere mensen aan: bij landbouw zijn er bijvoorbeeld vertegenwoordigers van de gemeente Altena betrokken.’
Het is een overheidsdialoog, zeggen de twee stedenbouwkundigen. Ook de waterschappen en de provincie zijn aangehaakt. En niet te vergeten: jonge ontwerpers. ‘De SRBT was de locatie van ontwerpcompetitie Europan 17. Daarmee is de regio veel meer op de kaart gezet. We deden met zes locaties mee. Ik had gedacht: dan komen we terecht tussen steden als Parijs en Londen, maar je ziet dat het grootste deel van de opgaven landt in regio’s als deze. Die opgaves zijn Europees, en van ons allemaal.’
In de zaal zitten veel ontwerpers en stedenbouwkundigen, vooral uit Tilburg en Breda, maar er zijn ook een vertegenwoordiger uit Zundert, deelnemers aan Europan en een procesbegeleider burgerinitiatieven aanwezig. Zij zijn vanavond aanwezig om met elkaar in gesprek te gaan over de ontwikkeling van de naoorlogse wijken in het gebied. Mooi NL, dat begon als een afdeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken, presenteerde acht handreikingen om concreet aan de slag met ruimtelijke opgaven.
Tess Broekmans van stedenbouwkundig bureau Urhahn bijt het spits af met een presentatie over één van die handreikingen, waar deze avond ook in het teken van staat: de transformatie van de naoorlogse wijk. ‘Er zijn veel naoorlogse wijken. 48 procent van de woningvoorraad bevindt zich in zo’n wijk. Daar komen veel transities op af: de demografie verandert, de economie verandert en sociaal-maatschappelijk verandert er een hele boel.’