Verslag

Rens van de Plas

Ruimte voor makers in Tilburg

Stadsgesprek

Op 10 mei stond Club Smederij in het teken van een Stadsgesprek over ruimte voor makers. Tilburg is tenslotte een Stad van Makers, maar de vraag is of er wel voldoende ruimte voor hen beschikbaar is. Uit het Stadsgesprek blijkt dat die ruimte best nog wel eens te wensen over laat. Verschillende professionals uit de kunstwereld, het vastgoed en bij de gemeente gingen erover met elkaar in gesprek.

Aan de hand van enkele stellingen werd de avond geopend. Zo werd de vraag opgeworpen of het huisvesten van makers rendabel is of niet. Een deel van de zaal vermoedde dat dat niet het geval was. Dat deel kreeg in elk geval weerklank van iemand uit het publiek. “Ik vind het een hele neoliberale gedachte dat iets als kunst rendabel moet zijn. Ik zou tegen iedereen zeggen dat het superrendabel is, zeker als je kijkt naar wat het doet voor een gemeente en voor de sfeer in een stad.”

Daarmee is de toon wel gezet als Anneroos Goossen de microfoon krijgt. Zij is de zakelijk leider van Het Concreet, een lab voor experimentele muziek en meldde zich bij CAST om het huisvestingsprobleem van makers op de agenda te zetten. Ze schetst dat het voor henzelf en vele andere makers in Tilburg een probleem is om passende of permanente huisvesting te vinden. “Wij hebben een studioruimte in 3Suisses, Ringbaan Oost - Tilburg waar we enorm veel spullen hebben staan en waar we ook veel kennis van hebben. We geven er ook les aan conservatoriumstudenten. De gemeente Tilburg ondersteunt ons structureel. Maar we lopen er tegenaan dat onze ruimte nu al te klein is. We groeien uit onze voegen.” Goossen heeft een nieuwe ruimte nodig, maar daar zitten de nodige eisen aan. Bovendien zouden ze meer eigenaarschap over de locatie willen.

“Als geluidscollectief vind je heel lastig plek in een stad als Tilburg. Je duldt geen geluidsoverlast van buitenaf, maar je wil ook geen geluidsoverlast veroorzaken. Als mensen ruimte te huur hebben zie je eigenlijk al de aarzeling. Het allerbelangrijkste is het structurele element: om in een ruimte aanpassingen te doen die nodig zijn moet je investeren en dat doe je niet op een contract van een jaar.”

De zakelijk leider kijkt voor inspiratie naar een stad als Nijmegen. “In het oude pand van Doornroosje hebben ze nu De Basis gevestigd: een culturele broedplaats voor muziek. Dat pand is bijna volledig gecrowdfund en daar zijn nieuwe ruimtes gerealiseerd. Ze bouwden voort op een enorm historisch kapitaal en De Staat, een band van internationale allure, zit erachter. Die elementen zijn er niet meteen in Tilburg. Ik hoop op een constructief gesprek en op frisse ideeën.”

Makerschap in Tilburg

Frisse ideeën zijn voor Marcelle Hendrickx, wethouder met de portefeuille cultuur in Tilburg, ook altijd welkom. “Tilburg wordt gedefinieerd door uitstekend makerschap in alle opzichten. Dat makerschap is een onderscheidende kwaliteit ten opzichte van heel veel andere steden. Wij kiezen niet voor een specifieke discipline omdat we alle disciplines graag een gunst willen bewijzen.”

En om kunstenaars van dienst te kunnen zijn is een goede infrastructuur wel van belang. “Dat kunstenaars hier kunnen wonen en werken, dat ze hier kunnen verkopen en hun werk kunnen showen. Er zijn makers die naar Amsterdam of het buitenland vertrekken, maar je ziet ook heel veel makers die zeggen dat het hier juist fijn werken en leven is, omdat sommige dingen best wat makkelijker te realiseren zijn als je het met Amsterdam vergelijkt. Dat heeft met een prijsniveau te maken, maar je kunt hier ook nog een beetje in de marge pielen en kleine community’s bouwen.”

De gemeente Tilburg werkt momenteel aan een nieuw beleidsplan over cultuur, maar Hendrickx benadrukt dat er voor deze collegeperiode nog genoeg werk aan de winkel is. “We hebben voor deze periode extra geld voor ateliers en broedplaatsen gereserveerd: een miljoen euro en een ton per jaar extra. We moeten er actief over nadenken of we zelf actiever met vastgoed in de weer moeten en wat andere spelers op de markt voor rol spelen. Wat ook een vraag is, is of er echt een tekort is, of dat dat te maken heeft met het type ruimte dat we hebben.”

Het type ruimte speelt zeker een rol, weet Floor Westenburgen. Zij is directeur bij Ateliers Tilburg, een non-profitorganisatie die samenwerkt met de gemeente om creatieve ondernemers betaalbare werkruimte te bieden. “We verhuren meer dan 200 ateliers, maar ik denk ook dat we voor heel veel disciplines tekortschieten. Ik ben bijvoorbeeld al lang op zoek naar een ruimte voor circusartiesten. Die hebben een ruimte van minimaal zeven meter hoog nodig en negen bij negen meter vloeroppervlak.”

Dat vind je niet zomaar overal. En alhoewel Westenburgen in gesprek is met Festival Circolo en Fontys lukt het hen gewoon niet om ruimte te vinden. “In Den Bosch hebben ze een kapel gevonden. Dat is een hele geschikte ruimte. Tien circusartiesten kunnen daar een avond in oefenen, maar er zijn er misschien wel veertig die op zoek zijn. Misschien zijn kerken en kapellen die leegstaan dan wel de oplossing, maar het is lastig.”

En de tijdelijkheid van ateliers of oefenruimtes is vaak ook een issue voor kunstenaars. “Hoewel tijdelijkheid kan betekenen dat een ruimte betaalbaarder wordt, is het voor sommige disciplines gewoon niet te doen. Je moet er maar zin in hebben om ergens maar een jaar te kunnen zitten. Maar er kan ook een boel vanuit de sector zelf komen. De Enter Creative Hub is door Ruud Gelissen eigenhandig opgezet omdat hij ook vond dat er gebrek was aan goede maakruimte.”

Verschillende talen

Volgens Westenburgen is het van belang dat cultuur- en vastgoedorganisaties elkaars beleefwereld beter leren kennen. “Ik praat met de gemeente, parochies en vastgoedontwikkelaars en veel van die mensen spreken een vastgoedtaal. Dat is een andere taal dan die van cultuur. De afdeling vastgoed van de gemeente en ik snappen elkaar soms lastig. Maar er is al iets veranderd: bij de gemeente heb ik inmiddels één contactpersoon in plaats van acht verschillende.”

Waar in elk geval een kans ligt is het leegstandsbeheer. Al het gemeentelijk vastgoed dat momenteel leeg komt te staan, gaat naar Livable. Westenburgen hoopt dat de gemeente wil meedenken om die panden makkelijker beschikbaar te maken voor ateliers. “Elke keer als er een pand leegkomt zetten zij dat online. Ik zag dat zij ook aanbieden dat je kunt zoeken naar een atelier. Nu is het zover gekomen dat ik een ruimte huur van Livable. Het is een interessant gesprek om eens met de gemeente te voeren.”

Op aanraden van Thomas Bedaux, ook in de zaal, doet Westenburgen de oproep aan aanwezige ontwikkelaars om mee te denken. Zij hebben ook leegstaande panden in beheer. Chantal Gulickx van Triborgh Gebiedsontwikkeling geeft aan dat ze graag wil meedenken over een pand. “We hebben gisteren toevallig de sleuteloverdracht gehad. Het gaat om een pand wat volgens mij geschikt kan zijn voor circusactiviteiten voor anderhalf jaar”, zegt ze. Westenburgen wil gelijk zaken doen.

Het gesprek gaat al een flinke tijd over de ruimte in de stad Tilburg zelf, maar de gemeente is breder dan dat, vertelt een vertegenwoordiger van muziekvereniging Concordia. “Wordt er ook bij de dorpen Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel stilgestaan? Wij hebben een eigen pand, het Muziekhuis, dat wij aan zo’n dertien verenigingen verhuren. Ik wil graag met mensen in gesprek. Wij lopen trouwens ook tegen een ander probleem aan: wij zijn een vrijwillig niet-betaald bestuur en openen en sluiten het pand zelf. Er is geen structureel beheer.” Zo worden er meerdere oproepen gedaan tot meedenken.

Rens Heij van WonenBreburg is vooral op zoek naar meer voordeuren, zegt hij. “We willen woningen toevoegen. We hebben veel grote woningen, maar we willen meer mensen huisvesten. Mijn vraag is vooral: wat kunnen makers nog meer bieden voor onze wijken en mensen, behalve ruimtegebruik? Kan de buurt worden meegenomen in het maakproces? Ik zie best wat garageboxen voor me waar makers mooi mee aan de slag kunnen en die wij minder hard nodig hebben.”

Het is een vraag die niet meteen op applaus kan rekenen. Nienke van Boom, zakelijk leider van broedplaats voor filmmakers Studio Nova, zegt dat kunstenaars het al druk genoeg hebben. “Ik snap de vraag en in sommige omstandigheden is het goed haalbaar. Maar ik zit dagelijks tussen autonome filmmakers en die werken zo verschrikkelijk hard om een minimuminkomen te halen, dat het nogal wat is om hen ook nog te vragen na te denken over andere meerwaarde. Ik zie het als mijn rol om daar mensen ook in te beschermen.”

Een bezoeker van de avond ziet beschikbare ruimte graag in een breder verband. “Door de jaren heen zijn er heel veel mensen uit Tilburg vertrokken. Dat was niet nodig geweest als je hier toffe plekken had gehad. Je hoeft het ons niet op te leggen: vertrouw op artiesten dat ze creatief genoeg zijn om zelf concepten te verzinnen”, zegt hij. “Er is een hele middenlaag aan artiesten weg vanwege de opschaling van 013. Er zijn weinig scenes of plekken waar het gebeurt in Tilburg. De stad heeft een podium nodig waar de drempel niet te hoog is.”

Geschikte plekken in de stad

Paul van der Weegen van Van der Weegen Bouwgroep ontwikkelt momenteel een pand, dat achttien jaar verhuurd is geweest aan kunstenaars, tot woningen. Hij denkt dat het niet rendabel is om commerciële panden te verhuren als betaalbare ateliers. “Ik heb naar de prijzen van stichting Ateliers Tilburg gekeken en ik vind het knap hoe dat kan. Voor 45 euro per vierkante meter per jaar kun je onderhoud en de instandhouding betalen, maar voor verduurzaming kom je gewoon geld tekort.”

Van der Weegen ziet wel oplossingen. “Vanuit een ontwikkeling is de meerwaarde van cultuur altijd tijdelijk, maar vanaf 1 januari dit jaar moeten alle kantoorpanden label C hebben om te mogen verhuren. Een hoop panden voldoen daaraan, maar zeker veertig procent nog niet. Ik denk dat er kansen gaan ontstaan en dat er aan de rand van de stad locaties vrij gaan komen die geschikt zouden kunnen zijn om als atelier aan te bieden.”

Vanuit het publiek komen er meerdere reacties op het verhaal van Paul. Zo wordt er door iemand verwezen naar Strijp S als locatie waar place making op een hele succesvolle wijze heeft plaats gevonden. Wat ooit een ruw terrein was met goedkope plekken voor makers is nu een bruisend gebied met zowel plek voor commerciële bedrijven, wonen én makers. Mede door het initiatief van de makers en het behouden van de makers is dit gebied, maakt het succesvol.

Een andere persoon in het publiek geeft aan dat er verschillende woongebieden in Tilburg zijn ontwikkeld waar op de plint niet zo veel spannends gebeurt; ‘ik mis heel vaak de dynamiek’ geeft ze aan. Naast ruimte voor winkels zouden makers deze wijken veel leefbaarder kunnen maken. Tenslotte is er ook een reactie vanuit een vastgoed ontwikkelaar uit het centrum. Hij geeft aan dat de manier van denken in het vastgoed moet veranderen; Hoe kun je nu een gebied aantrekkelijker maken voor de lange termijn? De centrum bezoeker zou ook voor cultuur naar het centrum kunnen gaan, en niet alleen voor winkelen. Er wordt nu nog te veel gedacht in rendement en die denkwijze moet veranderen.

Heft in eigen handen

Naast de verschillende experts zijn er ook twee makers uitgenodigd op het podium. Twee inspirerende voorbeelden waarbij makers het heft in eigen handen hebben genomen en hun eigen werkruimte hebben kunnen realiseren.

Inmiddels heeft Niels Albers van Square 28 de microfoon gekregen. Hij bouwde samen met een andere kunstenaar en een meubelmaker een atelier in Amsterdam. Ze wisten een kavel te bemachtigen in het westen van de stad op een klein industrieterrein. Hierbij was er een tijdelijke regeling van de gemeente Amsterdam waarbij ambachtslieden 50 % korting kregen op de erfpacht. Deze kans was uniek en zorgde ervoor dat ze dit pand hebben kunnen realiseren.

Ze moesten wel zelf geld meenemen om het atelier te kunnen realiseren. “Bij de Triodos Bank zeiden ze: het is pittig, maar we gaan het wel waarmaken. Je moet dertig procent zelf meenemen. Om dit te bewerkstelligen gingen ze opzoek naar investeerders die tegen een rente van 3% een bedrag wilden investeren. De argumentatie was; meer rendement dan een spaarrekening én investeren in de kunstsector.

Naast de hypotheek en investeerders hebben ze ingezet op een duurzaam gebouw met zonnepanelen op het dak en vloerverwarming door het hele pand waardoor ze de service kosten laag kunnen houden. Voor de bouw en de exploitatie van het atelier hebben de mannen veel verschillende rechtsvormen bekeken, maar bleek de coöperatie toch het best haalbaar omdat ze hierdoor kunnen handelen als een entiteit.

Ook kunstenaars Marjolein Landman en Ton Lammers uit Tilburg hebben zelf een atelierruimte gerealiseerd samen met 8 andere makers. Voorheen zaten ze in Superstedeke, een tijdelijk atelier pand in het centrum van Tilburg waar ze 18 jaar hebben mogen huren. In de eindfase van het huurcontract besloten ze opzoek te gaan naar een duurzaam vervolg en hebben ze een geschikt pand gevonden in Tilburg-West. Ze konden het pand aankopen middels een huurkoop constructie, waarmee de oude eigenaren eigenlijk de bank werden. In plaats van huur betalen we hen een bedrag en zijn we vanaf de eerste betaling al eigenaar van het pand. Het is bijzonder dat de verkopers dit mogelijk hebben gemaakt! Zij hebben het in elk geval niet voor de hoogste prijs willen verkopen”, zegt Lammers.

Eigenaarschap nemen

Hoewel er voorbeelden genoeg zijn, is het niet altijd makkelijk om zelf atelierruimtes te regelen, weet ook Alexander Ramselaar, eigenaar bij Backing Grounds en financieel adviseur voor kunstenaars. “Door alle gestegen kosten is de rente fors omhoog gegaan en zijn de energieprijzen enorm gestegen. Kunstenaars zitten ook vaak in panden die in mindere staat zijn. Het is dus ingewikkeld.”

Ramselaar pleit dan ook voor meer aandacht voor het atelier in de openbare ruimte. “Als vastgoed verkocht wordt en de functie ‘wonen’ krijgt, levert het veel meer op dan als het een atelier wordt. Dat vind ik kortzichtig. Met een atelier worden heel veel andere waarden gerealiseerd. Aan de voorkant brengt het misschien minder op, maar met de tijd komt de waarde echt weer terug. Gelukkig zie ik steeds meer projectontwikkelaars die niet alleen ontwikkelen, maar ook als eigenaar voor de lange termijn betrokken blijven.”

Hij adviseert kunstenaars die om ruimte verlegen zitten vooral eigenaarschap te nemen. “Voor een lange termijn een pand nemen, dat eigenaarschap durven pakken en dat avontuur durven aangaan. Ik heb hier vijf initiatiefnemers gehoord die dat eigenaarschap willen nemen en daarvoor willen knokken, maar het is best een weerbarstige weg”, zegt hij. Maar het helpt als gemeenten meedenken: In Amsterdam wordt bijvoorbeeld een bepaald percentage van alle gebiedsontwikkelingen gereserveerd voor ateliers.

Wat gaat wethouder Marcelle Hendrickx meenemen van deze avond, na alles gehoord te hebben? “Wat heel duidelijk naar voren komt is dat je veel expertise nodig hebt om dit vraagstuk aan te vliegen. Wat we de komende periode moeten doen is die expertises waar we ze nog niet hebben, binnenhalen. Ze beschikbaar maken, maar ze ook zichtbaar maken. We hebben in een Stad van Makers ook mensen nodig die weten hoe die markt werkt en hoe financiering werkt. Want investeren in kunst is juist superrendabel. Neoliberalisme is al heel lang uit, zeker in Tilburg”, besluit ze.